Augustus 2020

Alweer augustus. Zomer. Het leven in Nederland begint alweer vorm te krijgen. Ik mis het wel hoor. Leven in het Zuiden, maar, behalve de dromer in mij ben ik ook realist en dit is op dit moment in tijd gewoon het beste.
Het werkende leven weer opstarten door mijn kasten en computer uit te ruimen, op te schonen. Alle oude to-do-lijstjes scannen op wat echt nog gedaan moet worden of wat zichzelf al heeft opgelost. —-ik las ergens eens over de zin en onzin van to-do-lijstjes en hoe zoveel van de voornemens die een mens maakt uiteindelijk met het lijstje in de prullenbak verdwijnt. Herken jij jezelf daarin? Of ben je zo gedisciplineerd dat alle dingen op je lijst ook echt gedaan worden.

Dat opruimen is momenteel trouwens wel een ding. Ik blijf maar opruimen. Waar ik de ‘rommel’ vandaan haal is me een wonder. Het is trouwens geen echte rommel, maar het zijn wel spullen die ik al jaren met me mee verhuis en waarvan ik mezelf afvraag: ‘hoe zijn die nu nog van meerwaarde voor mij?’ Zo ja: houden, zo nee: weg ermee. Boeken, papieren, snuisterijen, verpakkingen van pennen en boekjes die allang zijn leeg- en volgeschreven, oude verslagen, cursusmateriaal van lang vergeten symposia, studieboeken die zijn vergeeld en waarvan de inhoud al dan niet van is achterhaald, parfummonsters die de uiterste houdbaarheidsdatum alweer jaren zijn gepasseerd. Ja, ik schaam mij diep, zelfs nog uit de vorige eeuw.
Opruimen is trouwens tot een kunst verheven heb ik begrepen, als ik Marie Kondo mag geloven. Er zijn steeds meer coaches die je helpen met het bewust opruimen en weggooien van je herinneringen. Waarom bedenk ik nooit dat soort snelle geld-verdien-oplossingen.

De vuilnisophaaldienst zal blij zijn met me. Ik selecteer de stapels zorgvuldig: papier, plastic en de rest. Wat doe ik met al die boeken die ik niet mee nodig heb. Mijn moeder zei altijd: zuinig omgaan met je boeken. Ik mocht er niet in schrijven, ezelsoren maken en boeken gooide je nooit weg. Ik hoor haar stem in mijn gedachten (och wat mis ik haar), maar deze stapel gaat toch weg. Voor een prikkie, of naar een student die het voor niets komt ophalen, of alsnog de papierbak in.

Kortom, wat heeft een mens toch veel spullen. Op de een of andere manier lucht het me op om alles weer eens door mijn handen te laten gaan en me af te vragen hoe deze spullen nog aan mijn bestaan bijdragen.

Ja, de nieuwe ruimte die ontstaat lucht mij op. Het geeft me zelfs een gevoel van vrijheid.

Vrijheid die nodig is voor mijn nieuwe Safari, waarheen die ook gaat.

Plaats een reactie